Twee januari. Het zonnetje schijnt en ik wil vluchten voor het grijze weer. Na wat rondrijden door Brussel hou ik halt bij een ommuurd kerkhof. Mijn propere laarzen zijn niet lang proper, ze zakken door de paden maar de schoonheid van de overwoekerde begraafplaats, groen alsof het volop herfst is, roept mij.